donderdag 2 mei 2013

CG-Raad: 'Onze grote zorgen blijven'

Geen 75 maar 40 procent bezuiniging op huishoudelijke verzorging, het budget voor dagbesteding blijft een jaar langer, en de toegang tot het verpleeghuis wordt minder beperkt. Staatssecretaris Van Rijn verzacht de bezuinigingen op langdurige zorg. Belangenorganisaties blijven sceptisch.

'Van Rijn geeft met de ene hand en neemt met de andere.' Dat is de reactie van de CG-Raad en enkele andere belangenorganisaties (Platform VG, PerSaldo, MEE Nederland, NPCF en ANBO) op de veranderingen die staatssecretaris Van Rijn heeft doorgevoerd ten opzichte van de plannen in het regeeraakoord.

ZZP
De staatssecretaris heeft erin toegestemd om de toegang tot AWBZ-instellingen te verruimen. Volgens de CG-Raad is dat vooral goed nieuws voor mensen met een verstandelijke beperking. Met een ZZP4 (zorgzwaartepakket) houden zij hun recht op AWBZ-zorg. Bij ZZP3 wordt per persoon bekeken of zij zich tot de Wmo moeten wenden voor zorg en ondersteuning of een beroep kunnen doen op de kern-AWBZ.

Wal en schip
Deze positieve maatregelen worden gefinancierd door te bezuinigen op tarieven van de PGB’s en zorg in natura van vijf procent. Dus zal door deze financiering de zorg voor menigeen ook weer verschralen. De belangenorganisaties schrijven dan ook: 'Deze verzachtingen lijken goed nieuws. Maar hoe de voorstellen uitpakken voor cliënten, blijft onduidelijk. Wij maken ons hier grote zorgen over. Er is nog steeds geen zekerheid of meer dan een miljoen mensen straks de begeleiding en verzorging krijgen die ze nodig hebben. Het mag niet zo zijn dat er straks mensen tussen wal en schip vallen.'

Kritiekpunt
Het belangrijkste kritiekpunt van de organisaties is dat de inrichting van het nieuwe stelsel door bezuinigingsdoelstellingen lijkt ingegeven. De bezuinigingen op dagbesteding, persoonlijke verzorging en thuishulp worden uitgesteld tot 2015. Dat geeft gemeenten wat meer tijd. 'Maar gemeenten zijn onvoldoende voorbereid en kunnen met dit budget niet de hele groep goed bedienen. Het tempo van de decentralisaties is hoog, waardoor de uitvoerbaarheid in het gedrang kan komen. Vooral omdat de staatssecretaris onduidelijk blijft over de consequenties voor cliënten.'

Verwarrende situaties
Ook bij de organisatie van de zorg hebben de organisaties hun bedenkingen. 'Het onderbrengen van thuisverpleging in de Zorgverzekeringswet, terwijl verzorging onder de Wmo valt, kan verwarrende situaties opleveren. Bijvoorbeeld als iemand eerst verzorging nodig heeft (gemeente), daarna enige tijd een combinatie van verpleging en verzorging (zorgverzekeraar) en dan weer terug valt op alleen verzorging (gemeente).' Bovendien vragen zij zich af of de kwaliteit van de verzorging in de Wmo voldoende geborgd is. 'En voor budgethouders is het nog maar helemaal de vraag hoe zij dit thuis kunnen oplossen.'

Doel niet duidelijk
Volgens de organisaties geeft de staatssecretaris niet duidelijk aan hoe mensen echt maatwerk in zorg en ondersteuning krijgen. Het doel van het gesprek waarin de aanvraag wordt behandeld (het zogenoemde keukentafelgesprek), wordt niet duidelijk omschreven. 'Dit biedt onvoldoende garanties. De organisaties willen dat duidelijk is dat gemeenten zich moeten houden aan het compensatiebeginsel uit de Wmo. Dit beginsel zegt dat beperkingen in het dagelijks leven moeten worden gecompenseerd.' Wel positief is dat bij het gesprek een onafhankelijke cliëntondersteuner kan worden ingezet.

Mogelijk maken
De staatssecretaris wil dat mensen meer eigen verantwoordelijkheid nemen. 'Dit kan echter alleen als de gemeenten en de overheid dit ook mogelijk maken. Door goede ondersteuning van burgers, mantelzorgers en vrijwilligers. En bijvoorbeeld door gebouwen, openbare ruimte en vervoer goed toegankelijk te maken voor mensen met een beperking. Dit is men ook verplicht op grond van het VN-verdrag over de rechten van mensen met een handicap.'